Jurisprudentie

  • In de zaak C-2/13 heeft de Cour de cassation (Frankrijk) op 2 januari 2013 in de zaak
    Directeur général des douanes et droits indirects, Chef de l’agence de la direction
    nationale du renseignement et des enquêtes douanières/Humeau Beaupreau SAS een
    verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend bij het Hof van Justitie. Het
    betreft een uitleg ter zake van de toelichting bij algemene regel 2 a) voor de
    uitlegging van het geharmoniseerd systeem (artikelen aangeboden in gemonteerde of
    niet-gemonteerde staat).

  • In de zaak 11/02062 heeft de Hoge Raad op 1 maart 2013 arrest gewezen op het beroep
    in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het
    Gerechtshof te Amsterdam van 24 maart 2011, nr. P10/00483 DK (IUN 2011-2783),
    betreffende een aan X B.V. te Z (hierna: belanghebbende) uitgereikte uitnodiging tot
    betaling van douanerechten ter zake van de indeling van multifunctioneel apparaat. De
    kopieerfunctie is ondergeschikt aan de printfunctie. Het apparaat valt onder post
    8471 60 40 van de GN. Derde cassatie. Vervolg op HR 9 juli 2010, nr. 08/02902, LJN
    BN0613.

  • In de zaak 11/02134 heeft de Hoge Raad op 01 maart 2013 arrest gewezen op het beroep
    in cassatie van X B.V. te Z (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het
    Gerechtshof te Amsterdam van 24 maart 2011, nr. P10/00484 DK (Rechtspraak DR2011/30),
    betreffende een uitnodiging tot betaling van douanerechten ter zake van de indeling
    van een multifunctioneel apparaat. De kopieerfunctie is even belangrijk als de
    printfunctie. Algemene indelingsregel 3c resulteert in indeling onder post 9009 12 00
    van de GN. Derde cassatie. Vervolg op HR 9 juli 2010, nr. 08/02903, LJN BN0611, BNB
    2010/285.

  • Belanghebbende is in het bezit van een vergunning om verschillende dranken onder
    schorsing van accijns voorhanden te hebben in haar accijnsgoederenplaats (AGP). Voor
    de uitslag van de dranken uit haar AGP heeft belanghebbende maandaangiften accijns
    gedaan, waarbij zij de dranken heeft ingedeeld als 'mousserende tussenproducten'
    zoals bedoeld in de GN-codes 2206 en 2205. Volgens de inspecteur moeten de dranken
    worden aangemerkt als 'overige alcoholhoudende dranken' in de zin van GN-code 2208.
    De inspecteur heeft daarom aan belanghebbende een naheffingsaanslag accijns met boete
    opgelegd alsmede heffingsrente in rekening gebracht. De Rechtbank Breda heeft op 10
    augustus 2012 in de zaak 10/4280 geconcludeerd dat de dranken in beginsel zowel in
    GN-code 2206 als GN-code 2208 kunnen worden ingedeeld. Het feit dat het karakter van
    een gegiste drank verloren is gegaan, staat echter indeling in GN-code 2206 in de
    weg. Naar het oordeel van de rechtbank dienen de dranken te worden ingedeeld in
    GN-code 2208, zodat het gelijk is aan de inspecteur. Het beroep op het
    vertrouwensbeginsel slaagt echter, zodat de naheffingsaanslag, de boete en de in
    rekening gebrachte heffingsrente dienen te worden verminderd.

  • In de zaak 11/00595 heeft het Gerechtshof Amsterdam op 14 februari 2013 in hoger
    beroep tegen de uitspraak in de zaak met kenmerk AWB 09/3907 van de rechtbank Haarlem
    (hierna: de rechtbank IUN (2011-3566) geoordeeld dat aan het procedurele gebrek, te
    weten schending van de rechten van de verdediging, voorbij dient te worden gegaan nu
    belanghebbende daardoor niet is geschaad. Het feit dat de uitnodiging tot betaling
    niet was ondertekend en daarop niet alle voorletters van de ambtenaar waren vermeld,
    is evenmin grond voor vernietiging.