Het Gerecht van Eerste Aanleg heeft op 5 juni 2013 in de zaak T-65/11 arrest gewezen
betreffende een verzoek om gedeeltelijke nietigverklaring van een Besluit van de
Commissie. Verzoekster meende dat boeking achteraf van bepaalde invoerrechten niet
gerechtvaardigd was. Hoewel de Deense douaneautoriteiten reeds in november 1999
wisten dat de producten waarvoor een BTI was verstrekt, onder een onjuiste post waren
ingedeeld, hebben zij die BTI’s niet ingetrokken. Desondanks hebben zij gewacht
alvorens een navorderingsprocedure in te leiden. Ook hebben zij onterecht afgegeven
BTI’s niet ingetrokken, hoewel de mogelijkheid daartoe bestond. Volgens het Gerecht
hebben de Deense douaneautoriteiten in de door hen verstrekte BTI’s een vergissing
begaan bij de tariefindeling van de betrokken producten. In dat opzicht is het
bestreden besluit van de Commissie dus onrechtmatig, aangezien er daarin van wordt
uitgegaan dat geen dergelijke vergissing is begaan.