De Rechtbank Haarlem heeft in de zaak 08/2262 op 2 juni 2009 uitspraak gedaan ter
zake van de indeling van sondevoedingsproducten (2009-1384-JUR). Ondanks dat de
sondevoedingsproducten in het algemeen slechts met toepassing van een sonde worden
gebruikt en dat deze onder medische begeleiding worden gebruikt, wil dat niet zeggen
dat de producten tevens een therapeutische of profylactische bestemming hebben. Gelet
op de bewoording in post 3004: '…therapeutisch of profylactisch gebruik' is het
noodzakelijk dat tenminste één van de ingrediënten van de producten een
therapeutische of profylactische werking heeft. De enkele werking die ieder voedsel
heeft en dat de mens niet zou kunnen leven zonder voedsel is in dit opzicht
onvoldoende om te spreken van een therapeutische of profylactische gebruik. Nu geen
van de ingrediënten een therapeutisch of profylactisch werking heeft kan indeling
onder post 3004 niet plaatsvinden. Het Gerechtshof Amsterdam bevestigt in de zaaknrs.
P09/00445, 09/00446, 09/00447, 09/00448 en 09/00449 op 28 april 2011 de uitspraak van
de rechtbank. De bindende tariefinlichtingen, waarbij sondevoeding is ingedeeld onder
onderverdeling 2202 90 10 van de Gecombineerde Nomenclatuur, zijn op goede gronden
afgegeven. Het Hof oordeelt dat post 3004 van de Gecombineerde Nomenclatuur, welke
post belanghebbende voorstaat, toepassing mist.