In een geschil of de inspecteur voor een zichzelf opblaasbaar matras terecht een
bindende tariefinlichting (BTI) had verstrekt in post 6306 4900 of het product had
moeten indelen onder tariefpost 9404 21 90 zoals belanghebbende bepleitte, oordeelde
de Douanekamer van het Gerechtshof Amsterdam in de zaak nr. 04/4794 DK op 6 maart
2007 dat een dergelijk matras onder post 6306 49 00 van het GDT moest worden
ingedeeld. Een door belanghebbende overgelegde Duitse BTI deed aan het oordeel niet
af, nog daargelaten dat de belanghebbende daarvan niet de rechthebbende was. Het
Gerechtshof verklaarde daarmee het beroep ongegrond.