De Douanekamer oordeelde in de zaak 06/82 DK op 10 april 2007 dat decoratieartikelen
van kunststof in de vorm van een ijspegel met een hoofdje en ijsmannetjes, moesten
worden ingedeeld onder post 3926 van het gemeenschappelijk douanetarief. Het betrof
een zaak in hoger beroep dat was ingesteld door de inspecteur naar aanleiding van een
uitspraak van de Rechtbank Haarlem over de indeling van dergelijke
decoratieartikelen. De Douanekamer was van oordeel dat deze producten de objectieve
kenmerken en eigenschappen van kerstfeestartikelen ontbeerden. De Douanekamer achtte
in dit verband van belang dat de producten algemene decoratieartikelen waren zonder
specifieke verwijzing naar het kerstfeest. Ofschoon de artikelen – gelet op de
omstandigheid dat zij sneeuw- en ijsblokmannetjes uitbeelden - gewoonlijk werden
gebruikt in de winterperiode, waren zij immers niet specifiek op het kerstfeest
gericht en zouden gewoonlijk niet slechts in de kerstperiode worden gebruikt. De
omstandigheid dat het kerstfeest kon worden geassocieerd met sneeuw en ijs werd
onvoldoende geacht om de afbeeldingen van sneeuw en ijs in rechtsreeks en specifiek
verband met het kerstfeest te brengen. Daardoor was de Douanekamer van oordeel dat de
desbetreffende producten dienden te worden ingedeeld als beeldjes en andere
versieringsvoorwerpen in de zin van post 3926.