Hoofdstuk 84

Kernreactoren, stoomketels, machines, toestellen en mechanische werktuigen, alsmede delen daarvan

1. Dit hoofdstuk omvat niet:

a. molenstenen en dergelijke artikelen om te malen en andere artikelen, bedoeld bij hoofdstuk 68;

b. toestellen, machines en werktuigen (bijvoorbeeld pompen) van keramische stoffen en keramische delen van toestellen, machines, werktuigen van onverschillig welke stof (hoofdstuk 69);

c. glaswerk voor laboratoria (post 70.17); werken van glas voor technisch gebruik (posten 70.19 en 70.20);

d. artikelen bedoeld bij de posten 73.21 en 73.22, alsmede dergelijke artikelen van andere onedele metalen (hoofdstukken 74 tot en met 76 en 78 tot en met 81);

e. stofzuigers bedoeld bij post 85.08;

f. elektromechanische toestellen voor huishoudelijk gebruik, bedoeld bij post 85.09; digitale fototoestellen bedoeld bij post 85.25;

g. radiatoren voor de artikelen bedoeld bij afdeling XVII

h) met de hand bediende mechanische vloervegers, zonder motor (post 96.03).

 2. Met inachtneming van het bepaalde in aantekening 3 op afdeling XVI en aantekening 11 op dit hoofdstuk worden machines en toestellen, die zowel beantwoorden aan de omschrijving van de posten 8401 tot en met 8424 of post 8486 als aan die van de posten 8425 tot en met 8480, ingedeeld onder de posten 8401 tot en met 8424 of onder post 8486, naargelang van het geval.

A) Onder post 8419 worden echter niet ingedeeld:
a) broedmachines en kunstmoeders, voor de pluimveeteelt, alsmede kiemkasten (post 8436);
b) apparaten voor het bevochtigen van graan, voor de meelindustrie (post 8437);
c) diffusieketels en diffusiebatterijen, voor suikerfabrieken (post 8438);
d) thermische machines en thermische toestellen, voor de behandeling van garen, van weefsel en van werken van textiel (post 8451);
e) apparaten, inrichtingen en laboratoriumuitrusting, voor het verrichten van mechanische bewerkingen, waarbij een temper- atuurverandering, hoewel noodzakelijk, slechts van ondergeschikte betekenis is.
B) Voorts worden onder post 8422 niet ingedeeld:
a) naaimachines voor het dichtnaaien van verpakkingsmiddelen (post 8452);
b) kantoormachines en -toestellen bedoeld bij post 8472.
C) Onder post 8424 worden niet ingedeeld:
a) inktstraaldrukkers (post 8443);
b) waterstraalsnijmachines (post 8456).

 

3. Gereedschapswerktuigen voor het verspanend bewerken van ongeacht welk materiaal, die zowel beantwoorden aan de omschrijving van post 84.56 als aan die van post 84.57, 84.58, 84.59, 84.60, 84.61, 84.64 of 84.65, worden ingedeeld onder post 84.56.

4. Onder post 84.57 worden uitsluitend ingedeeld gereedschapswerktuigen, andere dan draaibanken (draaicentra daaronder begrepen) voor het bewerken van metaal, die verschillende soorten bewerkingen kunnen uitvoeren, en wel:

a. met gebruikmaking van automatische gereedschapswisseling vanuit een magazijn volgens een bewerkingsprogramma (bewerkingscentra);

b. door automatisch gebruik, gelijktijdig of achtereenvolgens, van verschillende bewerkingseenheden, waarbij het werkstuk niet wordt verplaatst (enkel-stationsbewerkingsmachines); of

c. door automatische verplaatsing van het werkstuk naar verschillende bewerkingseenheden (meervoudige transferbewerkingsmachines).

5. Voor de toepassing van post 8462 wordt onder een 'lijn voor het overlangs snijden' voor vlakke producten een verwerkingslijn verstaan, bestaande uit een afwikkelhaspel, een richtmachine, een snijmachine en een opwikkelhaspel. Een 'lijn voor het op lengte snijden' voor vlakke producten is een verwerkingslijn bestaande uit een afwikkelhaspel, een richtmachine en een plaatschaar.

6. A. Voor de toepassing van post 84.71 wordt onder 'automatische gegevensverwerkende machines' verstaan machines, die:

1. het verwerkingsprogramma of de verwerkingsprogramma's en ten minste de gegevens die voor de uitvoering van dit programma of deze programma's onmiddellijk noodzakelijk zijn, kunnen opslaan;

2. vrij kunnen worden geprogrammeerd overeenkomstig de behoeften van de gebruiker;

3. door de gebruiker te bepalen rekenkundige bewerkingen kunnen uitvoeren; en

4. zonder menselijke tussenkomst een verwerkingsprogramma kunnen uitvoeren, waarbij zij in staat moeten zijn de uitvoering van het programma gedurende het verwerkingsverloop door logische beslissing te wijzigen;

6. B. Automatische gegevensverwerkende machines kunnen voorkomen in de vorm van systemen bestaande uit een variabel aantal afzonderlijke eenheden.

6. C. Met inachtneming van het bepaalde in onder D en E hierna, wordt een eenheid als een deel van een compleet systeem aangemerkt, indien zij aan alle hierna omschreven voorwaarden voldoet, te weten:

1. zij moet van de soort zijn die uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem;

2. zij moet, hetzij rechtstreeks, hetzij door tussenschakeling van één of meer andere eenheden, op de centrale verwerkingseenheid kunnen worden aangesloten; en

3. zij moet in staat zijn gegevens te ontvangen of te leveren in een vorm - codes of signalen - die bruikbaar is voor het systeem.

Afzonderlijk aangeboden eenheden van een automatische gegevensverwerkende machine worden onder post 84.71 ingedeeld.

Toetsenborden, invoertoestellen met X-Y coördinaten en schijvengeheugeneenheden die voldoen aan het bepaalde in onderdeel C, onder 2. en 3. hiervoor, zijn evenwel in alle gevallen in te delen als eenheden bedoeld bij post 84.71.

6. D. Post 8471 omvat niet de navolgende toestellen indien zij afzonderlijk worden aangeboden, zelfs indien zij beantwoorden aan alle in aantekening 6, onder C), hiervoor vermelde voorwaarden:

1) afdrukkers, kopieertoestellen, telekopieertoestellen, ook indien gecombineerd;

2) toestellen voor het zenden of ontvangen van spraak, van beelden of van andere gegevens, daaronder begrepen toestellen voor de overdracht in een kabelnetwerk of in een draadloos netwerk (zoals een lokaal netwerk of een uitgestrekt netwerk);

3) luidsprekers en microfoons;

4) televisiecamera's, digitale fototoestellen en videocamera-opnametoestellen;

5) monitors en projectietoestellen, niet voorzien van ontvangtoestel voor televisie.

6. E. Machines die een automatische gegevensverwerkende machine bevatten of daarmede in samenhang worden gebruikt en die een eigen functie, andere dan automatische gegevensverwerking, vervullen, worden ingedeeld onder de post die overeenkomstig hun functie in aanmerking komt of, bij ontbreken daarvan, onder een sluitpost.

7. Gekalibreerde, gepolijste stalen kogels worden ingedeeld onder post 84.82, indien de maximumdiameter en de minimumdiameter niet meer dan 1 percent verschillen van de nominale diameter, met dien verstande evenwel dat het verschil niet meer mag bedragen dan 0,05 mm.

Stalen kogels die niet aan deze voorwaarden voldoen, worden ingedeeld onder post 73.26.

8. Machines die voor verschillende doeleinden kunnen worden gebezigd, worden, voor zover niet anders is bepaald en met inachtneming van het bepaalde in aantekening 2 op dit hoofdstuk en van het bepaalde in aantekening 3 op afdeling XVI, ingedeeld onder de post die van toepassing is op hun voornaamste doeleinden. Indien een dergelijke post niet bestaat, dan wel niet is uit te maken wat het voornaamste doeleinde is, worden machines die voor verschillende doeleinden kunnen worden gebezigd, ingedeeld onder post 84.79.

Onder post 84.79 worden in ieder geval ingedeeld machines voor het vervaardigen van touw of van kabel (bijvoorbeeld kabelslagmachines, kabeldraaimachines) van ongeacht welk materiaal.

9. Voor de toepassing van post 84.70 heeft de term 'zakformaat' slechts betrekking op machines waarvan de afmetingen niet meer bedragen dan 170 mm x 100 mm x 45 mm.

10. Voor de toepassing van post 8485 wordt als 'additieve productie' (ook bekend als 3D-drukken) aangemerkt het vormen van fysische objecten, gebaseerd op een digitaal model, door het opeenvolgend toevoegen en afzetten van lagen van materiaal (bijvoorbeeld metaal, kunststof, keramisch materiaal), gevolgd door het verstevigen en het stollen en uitharden van het materiaal).
Onder voorbehoud van aantekening 1 op afdeling XVI en aantekening 1 op hoofdstuk 84, worden machines die beantwoorden aan de omschrijving van post 8485 ingedeeld onder deze post en niet onder een andere post van de nomenclatuur.

11. A.  Aantekening 12, onder a), en b), op hoofdstuk 85 is eveneens van toepassing op de uitdrukkingen 'halfgeleiderelementen' en 'elektronische geïntegreerde schakelingen' zoals gebruikt in deze aantekening en in post 84.86. Voor de toepassing van deze aantekening en van post 84.86 omvat de uitdrukking 'halfgeleiderelementen' echter eveneens lichtgevoelige halfgeleiderelementen en luminescentiedioden (leds).

11. B. Voor de toepassing van deze aantekening en van post 8486 wordt onder de uitdrukking 'vervaardiging van platte beeldschermen' verstaan, de vervaarding van platen of bladen (substraten) tot een plat scherm. Hieronder wordt niet verstaan de vervaardiging van glas of de assemblage van gedrukte schakelingen of van andere elektronische componenten op het platte scherm. De uitdrukking 'plat beeldscherm' omvat geen kathodestraalbuistechnologie.

11. C. Post 8486 omvat eveneens machines en apparaten van de soort die uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt voor:

1. de vervaardiging of de reparatie van maskers of systeemrasters ('reticles');

2. het samenvoegen van halfgeleiderelementen of van elektronische geïntegreerde schakelingen;

3. het heffen, hijsen, laden en lossen van staven, schijven (wafers), halfgeleiderelementen, elektronische geïntegreerde schakelingen en platte beeldschermen.

11. D. Onder voorbehoud van aantekening 1 op afdeling XVI en aantekening 1 op hoofdstuk 84, worden machines en apparaten die

beantwoorden aan de omschrijving van post 8486 ingedeeld onder deze post en niet onder een andere post van de nomenclatuur.

AANVULLENDE AANTEKENINGEN

1. Voor de toepassing van onderverdeling 8465 20 worden onder 'bewerkingscentra' uitsluitend verstaan: de gereedschapswerktuigen voor het bewerken van hout, van kurk, van been, van geharde rubber, van harde kunststof en van dergelijke harde stoffen waarmee bewerkingen van verschillende aard kunnen worden uitgevoerd met gebruikmaking van automatische gereedschapswisseling vanuit een magazijn, volgens een bewerkingsprogramma.

2. Voor de toepassing van onderverdeling 8471.49 wordt onder ''systemen'' verstaan automatisch gegevensverwerkende machines waarvan de eenheden voldoen aan de voorwaarden opgenomen in aantekening 6, onder C, op hoofdstuk 84 en die ten minste een centrale verwerkingseenheid, een invoereenheid (bij voorbeeld een toetsenbord of een aftaster) en een uitvoereenheid (bij voorbeeld een eenheid voor visuele presentatie of een afdrukker) bevatten.

3. Voor de toepassing van onderverdeling 8481 20 wordt onder 'kleppen voor oleohydraulische of pneumatische overbrenging' verstaan: de kleppen die specifiek worden gebruikt voor de overdracht van druk in een hydraulisch of pneumatisch systeem, waarbij de energiebron wordt geleverd in de vorm van persvloeistoffen (vloeibaar of gasvormig). Het kan kleppen van elke soort betreffen (bijvoorbeeld reduceerventielen of overloopkleppen). Onderverdeling 8481 20 heeft voorrang op alle andere onderverdelingen van post 8481.

4. Onderverdeling 8482 40 omvat uitsluitend lagers voorzien van rollen met op alle plaatsen een gelijke diameter van niet meer dan5 mm en met een lengte van ten minste driemaal de diameter. De uiteinden van de rollen mogen zijn afgerond.


AANVULLENDE AANTEKENINGEN (GN)

1. Als luchtvaartuigmotoren bedoeld bij de onderverdelingen 84.07.10 en 84.09.10 worden alleen aangemerkt motoren die zijn ingericht om te worden voorzien van een luchtschroef of van een rotor.

2. Onderverdeling 84.71.70.30 omvat eveneens cd-romlezers die geheugeneenheden zijn voor automatische gegevensverwerkende machines, bestaande uit aandrijfeenheden bestemd voor het uitlezen van signalen van cd-rom's, audio-cd's en foto-cd's en die zijn uitgerust met een uitgang voor een hoofdtelefoon, een geluidsvolumeregelaar of een aan-/uitknop.

1. Deze afdeling omvat niet:

a. drijfriemen, drijfsnaren of transportbanden, van kunststof bedoeld bij hoofdstuk 39 of van gevulkaniseerde rubber (post 4010), alsmede andere artikelen van de soort gebruikt in machines, in toestellen of in elektrotechnisch materieel, of voor ander technisch gebruik, van niet-geharde gevulkaniseerde rubber (post 4016);

b. artikelen voor technisch gebruik, van leder of van kunstleder (post 42.05) of van bontwerk (post 43.03);

c. spoelen, buisjes, hulzen, klossen en dergelijke opwindmiddelen, ongeacht de stof waarvan zij zijn vervaardigd (bijvoorbeeld hoofdstuk 39, 40, 44 of 48, dan wel afdeling XV);

d. kaarten met geponste patronen voor jacquardmachines en voor dergelijke machines (bijvoorbeeld hoofdstuk 39 of 48, dan wel afdeling XV);

e. drijfriemen, drijfsnaren en transportbanden, van textielstoffen (post 59.10) en artikelen van textielstoffen voor technisch gebruik (post 59.11);

f. natuurlijke, synthetische of gereconstrueerde edelstenen of halfedelstenen, bedoeld bij de posten 71.02 tot en met 71.04, alsmede geheel uit deze stenen bestaande werken bedoeld bij post 71.16, evenwel met uitzondering van niet-gemonteerde, bewerkte saffieren en diamanten voor weergavekoppen (post 85.22);

g. delen voor algemeen gebruik in de zin van aantekening 2 of afdeling XV, van onedel metaal (afdeling XV) en dergelijke artikelen van kunststof (hoofdstuk 39);

h. boorpijpen (drill pipes) (post 73.04);

ij. metaaldoek en banden, zonder eind, van metaaldraad of van metaalstrippen (afdeling XV);

k. artikelen bedoeld bij hoofdstuk 82 of 83;

l. artikelen bedoeld bij afdeling XVII;

m. artikelen bedoeld bij hoofdstuk 90;

n. uurwerken en andere artikelen, bedoeld bij hoofdstuk 91;

o. verwisselbare gereedschappen bedoeld bij post 82.07 en borstels van de soort gebruikt als delen voor machines (post 96.03), alsmede dergelijke verwisselbare gereedschappen, die worden ingedeeld naar de stof waaruit het werkzaam deel bestaat (bijvoorbeeld hoofdtuk 40, 42, 43, 45 of 59, post 68.04 of 69.09);

p. artikelen bedoeld bij hoofdstuk 95;

q. inktlinten voor schrijfmachines en dergelijke inktlinten, ook indien op spoelen of in cassettes (indeling naargelang van de stof waaruit zij zijn vervaardigd of onder post 9612 indien geïnkt of op andere wijze geprepareerd voor het maken van afdrukken), alsmede eenpootstatieven, tweepootstatieven, driepootstatieven en dergelijke artikelen bedoeld bij post 9620.

2. Behoudens het bepaalde in aantekening 1 op deze afdeling en in de aantekeningen 1 op de hoofdstukken 84 en 85, worden delen van machines (andere dan delen van artikelen bedoeld bij post 8484, 8544, 8545, 8546 of 8547) ingedeeld met inachtneming van de volgende regels:

a) delen die als zodanig onder een van de posten van hoofdstuk 84 of van 85 (andere dan de posten 8409, 8431, 8448, 8466, 8473, 8487, 8503, 8522, 8529, 8538 en 8548) kunnen worden ingedeeld, blijven onder die posten ingedeeld, ongeacht de machine waarvoor zij bestemd zijn;

b) delen, andere dan die bedoeld onder a hiervoor, waarvan kan worden onderkend dat zij uitsluitend of hoofdzakelijk bestemd zijn voor een bepaalde machine of voor verschillende onder een zelfde post vallende machines (met inbegrip van die bedoeld bij post 8479 of 8543), worden ingedeeld onder de post waaronder die machine of die machines vallen of onder een der posten 8409, 8431, 8448, 8466, 8473, 8503, 8522, 8529 of 8538 naargelang het geval; delen die hoofdzakelijk worden gebruikt zowel voor de goederen bedoeld bij post 8517 als voor die bedoeld bij de posten 8525 tot en met 8528, worden echter ingedeeld onder post 8517;

c) andere delen worden ingedeeld onder post 8409, 8431, 8448, 8466, 8473, 8503, 8522, 8529 of 8538 naargelang het geval of, indien dit niet mogelijk is, onder post 8487 of 8548

 

3. Voor zover niet anders is bepaald worden combinaties van machines van verschillende soorten, die bestemd zijn om gezamenlijk te functioneren en die één geheel vormen, alsmede machines met twee of meer verschillende (afwisselende of aanvullende) functies, ingedeeld naar de hoofdfunctie die kenmerkend is voor het complex.

4. Indien een machine of een combinatie van machines uit individuele elementen bestaat (ook indien afzonderlijk opgesteld of onderling verbonden door elektrische of andere leidingen, overbrengingsmechanismen of andere voorzieningen), bestemd om gezamenlijk één welbepaalde functie te verrichten, zoals bedoeld bij een der posten van hoofdstuk 84 of 85, wordt het geheel ingedeeld onder de post die in verband met die functie van toepassing is.

5. Voor de toepassing van vorenstaande aantekeningen heeft het woord 'machines' zowel betrekking op machines als op de verschillende toestellen, apparaten, uitrustingen en werktuigen, bedoeld bij hoofdstuk 84 of 85.

6. A) In de nomenclatuur worden als 'elektrische en elektronische resten en afval' aangemerkt, elektrische en elektronische assemblages, gedrukte schakelingen en elektrische of elektronische artikelen die:
a) onbruikbaar zijn geworden voor hun oorspronkelijke doeleinden door breuk, versnijden of andere processen of economisch ongeschikt zijn voor reparatie, vernieuwing of renovatie om ze geschikt te maken voor hun oorspronkelijke doeleinden; en
b) zijn verpakt of verscheept op een wijze die niet is bedoeld om individuele artikelen te beschermen tegen beschadiging tijdens het vervoer of laad- en losverrichtingen.

B) Gemengde zendingen van 'elektrische en elektronische resten en afval' en andere resten en afval worden ingedeeld onder post 8549
C) Deze afdeling omvat niet stedelijk afval, als bedoeld bij aantekening 4 op hoofdstuk 38.

 

AANVULLENDE AANTEKENINGEN (GN)

1. Gereedschappen, benodigd voor het monteren of voor het onderhouden van machines, worden, indien zij gelijktijdig met de machines ter vrijmaking worden aangeboden, ingedeeld als die machines. Bovenstaande regeling is eveneens van toepassing op verwisselbare gereedschappen die gelijktijdig worden aangeboden met de machines, voor zover zij tot de normale uitrusting daarvan behoren en daarmede normaal worden verkocht.

2. Tot staving van zijn aangifte dient de aangever van de goederen desgevraagd aan de douaneambtenaren geïllustreerde documentatie (prospectussen, catalogi, foto's en dergelijke) over te leggen, waarin de machine wordt omschreven en waaruit het gebruik en de voornaamste eigenschappen kunnen worden afgeleid; voor machines die in gedemonteerde staat of niet-gemonteerde staat worden ingevoerd, kan bovendien een montageplan en een inhoudsopgave van de verschillende colli's worden geëist.

3. Op verzoek van de aangever van de goederen en onder de voorwaarden en bepalingen, vast te stellen door de bevoegde autoriteiten, kan het bepaalde in de algemene regel 2, onder a) eveneens worden toegepast op machines die in deelzendingen worden ingevoerd.