Hoofdstuk 40

Rubber en werken van rubber

 

AANTEKENINGEN

 

 

1.Voorzover niet anders is bepaald, wordt in de nomenclatuur onder 'rubber' verstaan, de volgende, al dan niet gevulkaniseerde of geharde producten : natuurlijke rubber, balata, gutta-percha, guayule, chicle en soortgelijke natuurlijke gommen, synthetische rubber, uit olie vervaardigde factis, alsmede de regeneratieproducten van die producten.

 

 

2.Dit hoofdstuk omvat niet:

 

a.goederen bedoeld bij afdeling XI (textielstoffen en textielwaren);

 

b.schoeisel en delen daarvan, bedoeld bij hoofdstuk 64;

 

c.hoofddeksels en delen daarvan, badmutsen daaronder begrepen, bedoeld bij hoofdstuk 65;

 

d.delen van mechanische of van elektrische machines, toestellen en apparaten, alsmede artikelen voor elektrotechnisch gebruik, en delen daarvan, bedoeld bij afdeling XVI, van geharde rubber;

 

e.artikelen bedoeld bij de hoofdstukken 90, 92, 94 en 96;

 

f.artikelen bedoeld bij hoofdstuk 95, andere dan handschoenen (met of zonder vingers) en wanten voor de sportbeoefening en andere dan de artikelen bedoeld bij de posten 40.11 tot en met 40.13.

 

 

3.Voor de toepassing van de posten 40.01 tot en met 40.03 en van post 40.05 worden uitsluitend de volgende vormen als 'primaire vormen' aangemerkt:

 

a.vloeistoffen en pasta's (latex, ook indien voorgevulkaniseerd, alsmede andere dispersies en oplossingen daaronder begrepen);

 

b.blokken in onregelmatige vorm, klonters, poeder, korrels, stukjes en dergelijke.

 

 

4.Onder 'synthetische rubber' bedoeld bij aantekening 1 op dit hoofdstuk en bij post 40.02 worden verstaan:

 

a.onverzadigde synthetische stoffen die op niet-omkeerbare wijze door vulkanisatie met zwavel kunnen worden omgezet in niet-thermoplastische producten die niet afbreken indien zij, bij een temperatuur tussen 18 en 29ºC, uitgerekt worden tot drie maal hun aanvankelijke lengte en die, na te zijn uitgerekt tot twee maal hun aanvankelijke lengte, binnen vijf minuten weer krimpen tot een lengte, niet groter dan anderhalf maal hun aanvankelijke lengte. Voor de toepassing van deze test mogen stoffen die nodig zijn voor de dwarsbinding, zoals vulkanisatie-activeermiddelen en vulkanisatieversnellers, worden toegevoegd; de aanwezigheid van stoffen bedoeld bij aantekening 5, onder b), de punten 2 en 3 is eveneens toegestaan. Daarentegen is de aanwezigheid van stoffen die niet nodig zijn voor de dwarsbinding, zoals verdunners, weekmakers en vulstoffen, niet toegestaan;

 

b.thioplasten (TM);

 

c.natuurlijke rubber gewijzigd door enting of vermenging met kunststof, gedepolimeriseerde natuurlijke rubber en mengsels van onverzadigde synthetische stoffen met verzadigde synthetische hoge polymeren, een en ander voorzover dit product voldoet aan de eisen die onder letter a hiervoor zijn gesteld met betrekking tot vulkanisatie, elasticiteit en vormhernemende eigenschap.

 

 

5.a.de posten 40.01 en 40.02 omvatten niet, rubber of mengsels van rubber waaraan, voor of na de coagulatie, zijn toegevoegd:

 

1.vulkanisatieversnellers, -vertragers, -activeermiddelen of andere vulkanisatiemiddelen (andere dan die toegevoegd voor de vervaardiging van voorgevulkaniseerde latex);

 

2.pigmenten en andere kleurstoffen, andere dan die uitsluitend toegevoegd voor identificatiedoeleinden;

 

3.weekmakers en verdunners, andere dan minerale olie in het geval van met olie verdunde rubber ('oil-extended rubber'), vulstoffen, organische oplosmiddelen of enig andere zelfstandigheid, andere dan de onder letter b toegestane toevoegingen.

 

b.Rubber en mengsels van rubber, die de hiernavolgende zelfstandigheden bevatten, blijven al naar het geval, ingedeeld onder post 40.01 of 40.02, voorzover het karakter van ruwe producten behouden blijft:

 

1.emulsifieermiddelen of antikleefmiddelen;

 

2.kleine hoeveelheden afbraakproducten van emulsifieermiddelen;

 

3.zeer kleine hoeveelheden van de volgende stoffen : hittegevoelige middelen (gewoonlijk voor het verkrijgen van hittegevoelige latex), kationische tensioactieve producten (gewoonlijk voor het verkrijgen van elektropositieve latex), antioxidanten, coaguleermiddelen, middelen om korrelvorming te bevorderen, antivriesmiddelen, peptisatiemiddelen, conserveermiddelen, stabilisatiemiddelen, middelen om de viscositeit te regelen en andere dergelijke speciale additieven.

 

 

6.Voor de toepassing van post 40.04 wordt onder 'resten en afval' verstaan, resten en afval ontstaan bij de vervaardiging of verwerking van rubber, alsmede werken van rubber die door versnijding, slijtage of om andere redenen als zodanig definitief onbruikbaar zijn.

 

 

7.Niet-overtrokken, gevulkaniseerd rubberdraad, ongeacht het profiel, waarvan de grootste afmeting van de dwarsdoorsnede meer bedraagt dan 5 mm, wordt onder post 40.08 ingedeeld.

 

 

8.Onder post 40.10 worden ingedeeld : drijfriemen, drijfsnaren en transportbanden van textielweefsel, gempregneerd, bekleed, bedekt, bedekt of gelamineerd met rubber, alsmede drijfriemen, drijfsnaren en transportbanden, vervaardigd van garen of bindgaren van textielstof dat is geïmpregneerd, bekleed, bedekt of ommanteld met rubber.

 

 

9.Voor de toepassing van de posten 40.01, 40.02, 40.03, 40.05 en 40.08 worden onder 'platen, vellen of strippen' uitsluitend verstaan platen, vellen, strippen en blokken van regelmatige vorm, die niet zijn versneden of die enkel vierkant of rechthoekig zijn gesneden (ook indien zij daardoor het karakter van afgewerkte artikelen hebben verkregen), doch die geen verdere bewerking hebben ondergaan dan een eenvoudige bewerking aan het oppervlak (bedrukken of anderszins).

 

De staven en profielen, bedoeld bij post 40.08 mogen op lengte zijn gesneden, maar mogen geen andere bewerking hebben ondergaan dan een bewerking aan het oppervlak.

 

AANVULLENDE AANTEKENING (GN)

 

1.Tot hoofdstuk 40 behoren : handschoenen (met of zonder vingers) en wanten, geïmpregneerd, bekleed of bedekt met rubber met celstructuur, ongeacht of zij:

- zijn geconfectioneerd uit brei- of haakwerk of weefsel (ander dan bedoeld bij post 59.06), vilt of gebonden textielvlies,dat geïmpregneerd, bekleed of bedekt is met rubber met celstructuur, dan wel

- zijn geconfectioneerd uit niet-geïmpregneerd, niet-bekleed of niet-bedekt brei- of haakwerk, weefsel, vilt of gebonden textielvlies, dat vervolgens met rubber met celstructuur geïmpregneerd, bekleed of bedekt werd,

 

voorzover het brei- of haakwerk, weefsel, vilt of gebonden textielvlies slechts als drager dient (aantekening 3, onder c), op hoofdstuk 56 en aantekening 5, laatste alinea, op hoofdstuk 59.

 

AANTEKENINGEN

 

 

1. Goederen aangeboden in stellen of assortimenten en bestaande uit twee of meer bestanddelen, die geheel of gedeeltelijk tot deze afdeling behoren en waarvan kan worden onderkend dat zij bestemd zijn om, door vermenging, een product bedoeld bij afdeling VI of VII te verkrijgen, worden ingedeeld onder de post die betrekking heeft op dat product, mits:

a. duidelijk kan worden onderkend dat zij, gezien de wijze van opmaak, bestemd zijn om gezamenlijk te worden gebruikt, zonder eerst opnieuw te worden verpakt;

b. zij gelijktijdig worden aangeboden;

c. onderkend kan worden dat zij, gezien aard of hoeveelheid, elkaars complement zijn.

 

2. Met uitzondering van de bij de posten 39.18 en 39.19 bedoelde artikelen worden onder hoofdstuk 49 ingedeeld kunststof en rubber, alsmede werken daarvan, waarop gedrukte teksten of illustraties voorkomen die een meer dan subsidiair karakter hebben bij het primaire gebruik van de goederen.