Hoofdstuk 1

Levende dieren

1. Dit hoofdstuk omvat alle levende dieren, met uitzondering van:

a. vis, schaaldieren, weekdieren en andere ongewervelde waterdieren, bedoeld bij de posten 03.01, 03.06, 03.07 en 03.08;

b. culturen van micro-organismen en andere producten, bedoeld bij post 30.02;

c. dieren bedoeld bij post 95.08.

1. Voor zover niet anders is bepaald, heeft de vermelding in deze afdeling van dieren van een bepaald geslacht of soort eveneens betrekking op de jonge dieren van dat geslacht of die soort.

2. Voor zover niet anders is bepaald, wordt in de nomenclatuur onder 'gedroogd' eveneens verstaan : gedehydreerd, geëvaporeerd of gelyofiliseerd.